Tour de France Randonneur 2009

Statistieken - Rittenoverzicht - Foto's 1 - Foto's 2

Hoe het begon

Courtepaille nabij Bordeaux
Donderdag 19 juni 2008. Samen met enkele collega-Randonneurs (lange-afstandsfietsers) zit ik in restaurant Courtepaille nabij Bordeaux. We zijn daar samengekomen omdat we gaan deelnemen aan de laatste editie van Bordeaux - Parijs (achteraf bleek dat er in 2010 toch nog een editie gereden werd). Tijdens onze gesprekken vallen ineens de woorden "Ronde van Frankrijk voor Randonneurs". Het is Norbert die hierover begint. Hij heeft deze ronde immers al op z'n palmares staan: in 2004 en 2005 fietste hij in 2 periodes de 4.800-km lange Ronde... Guy gaat verder in op het onderwerp en ziet zo'n onderneming ook wel zitten. Enige probleempje: om verlofredenen (Guy) en familiale redenen (ikzelf) moet het in maximum 21 dagen gebeuren. We willen dit immers in 1 periode realiseren.

Na onze succesvolle deelname aan BP komt de RvFR eigenlijk niet meer ter sprake, maar is wel in m'n achterhoofd blijven hangen. Later op het jaar ben ik op zoek naar een bestemming voor m'n jaarlijkse fietsvakantie. Het is dan dat de RvFR terug in gedachte komt... Even twijfel ik tussen een reis naar Gibraltar (via Santiago de Compostella en door Portugal) en de fameuze Ronde van Frankrijk voor Randonneurs. Die RvFR vergt alleszins een stevige voorbereiding (veel trainingskilometers) en met de slechte economische situatie werden veel stempeldagen verwacht op m'n werk... Mijn redenering was dus: veel stempelen = veel thuis = veel kunnen fietsen! M'n keuze viel dus op Frankrijk... M'n broer Koen was meteen bereid om me te vergezellen en Guy had zich inmiddels ingeschreven voor de RM (Randonnée Mondiale) "Londen - Edinburgh - Londen" en kon dit niet combineren met de Ronde. M'n vader stelde voor om als volgwagen te fungeren, zodat we geen bagage hoefden mee te zeulen. Dat hoefde hij geen 2 keer te zeggen natuurlijk!!

De voorbereidingen

Het stond dus vast: in juli 2009 zou ik met Koen in grote lijnen de Franse grens volgen. Ik handelde de formaliteiten af voor onze inschrijvingen en kreeg vrij snel de nodige documenten toegestuurd. We schreven ons in in de categorie Randonneur waarbij je maximum 30 dagen tijd hebt om het parcours af te leggen. Nu kon ik ook beginnen aan m'n routeplanning. Speciaal voor deze onderneming had ik een GPS aangeschaft: een Garmin Oregon 300. Ik koos voor dit model omdat ik als Randonneur soms wel lange tijd op de fiets zit (m'n langste rit in 2009 was er eentje van 623 km op 23u00 tijdens Madrid - Gijón - Madrid) en dat de 2 AA batterijtjes kunnen vervangen worden (zonder gegevensverlies). Bij modellen met een vaste batterij is de werking beperkt tot ongeveer 12 uur, niet ideraal voor mij dus... Tijdens mijn vorige reizen had ik enkel maar landkaarten mee, maar met de GPS was het de bedoeling om minder tijd te verliezen onderweg (en dan vooral in de steden). Rekening houdend met de streken die we moesten doorkruisen kwam ik uit op ritten tussen ongeveer 180 en 270 km.

Aantal gereden kms per maand
In het infopakketje dat ik van de organisatie kreeg wordt een route voorgesteld, maar die ben je niet verplicht om te volgen. Enige verplichting is wel om langs 60 aangeduide controleplaatsen (steden, dorpen en cols) te rijden en een stempel in je controleboekje te laten zetten, als bewijs van je passage (hier meer info). Naargelang je eigen mogelijkheden en interesses kan je de kortste weg tussen 2 controleplaatsen nemen, of een ommetje maken, daarin ben je volledig vrij. M'n te volgen route had ik dus volledig voorbereid in MapSource (navigatiesoftware).

Na hier en daar wat aanpassingen te hebben doorgevoerd aan m'n originele programma (19 etappes) kwam ik met m'n broer tot een akkoord: het zouden 22 ritten worden. De overnachtingsmogelijkheden in de steden waar we zouden doorrijden waren één van de belangrijkste factoren waarmee het rittenschema bepaald werd. Onze logies varieerden van simpele Jeugdherbergen tot 3-sterrenhotels met zwembad... dus net zo varierend als het Franse landschap.

Intussen verliep m'n fysieke training ook vrij vlot. Met een gemiddelde van bijna 4.600 km per maand gedurende de eerste helft van het jaar kan dat ook niet anders hé... Zo goed als ik me aan het voorbereiden was, zo slecht verliep het echter met m'n broer: tijdens z'n skivakantie in het paasverlof werd hij slachtoffer van een valpartij waarbij z'n kruisbanden scheurden. Door omstandigheden werd een operatie pas uitgevoerd einde mei. Gevolg: hij kon de RvFR op z'n buik schrijven!! Ik zou de Ronde dus alleen moeten rijden, maar als alleenfietser zat ik daar helemaal niet mee in.

Jean-François (JF), de Canadees

Maar half mei ongeveer kreeg ik een telefoontje uit Québec, Canada. Een zekere Jean François stelde zich voor en vroeg of hij met mij mocht meerijden. Hij wou met een vriend ook de RvFR rijden, maar zijn fietspartner had een slechte voorbereiding achter de rug en zag het niet meer zitten om te vertrekken. Via de Parijse organisatie was JF aan mijn nummer geraakt... Hijzelf was, naar eigen zeggen, er zowel fysisch als mentaal volledig klaar voor! Ik stuurde hem m'n rittenschema door en na enige dagen bedenktijd bevestigde hij met mij te willen meerijden. Wist hij veel wie ik was...

Al van bij z'n aankomst in Zaventem had ik echter door dat het een foute beslissing was hem te laten meerijden. Het eerste wat die man immers deed was een sigaret opsteken... En voor iemand die op 22 dagen meer dan 5.000 km wil fietsen kan dat volgens mij niet! Later vertelde hij me ook dat de langste afstand die hij ooit gereden had 200 km was... Man man man, waar was ik aan begonnen...?

Eindelijk starten

Maandenlang keek ik ernaar uit, en op woensdag 8 juli 2009 was het dan zover... de start van m'n grootste uitdaging ooit: gans Frankrijk letterlijk rondrijden, goed voor een kleine 5.000 km volgens m'n planning. Een oud-deelnemer, Luc, kwam ons in de motregen uitwuiven.
Met Luc, die 30 jaar geleden de RvFR reed
Hij was met homologatienummer 357 waarschijnlijk één van de eerste Belgen die 30 jaar geleden de Ronde reed en had voor de gelegenheid zelfs z'n oude startnummer op de fiets gehangen. Ikzelf startte nu met nr. 1879 en zou ongeveer de 150e Belg zijn die deze RvFR tot een goed einde bracht...

Vanaf deze eerste rit werd dus al duidelijk dat JF niet uit het juiste hout gesneden was om me te vergezellen. Hij had het moeilijk met de tegenwind die we hadden (ondanks dat hij in m'n wiel reed), en wanneer het tussen Oudenaarde en Ronse wat heuvelachtiger werd, moest ik m'n tempo serieus laten zakken opdat hij wat in m'n buurt kon blijven.

Toegekomen in St. Amand les Eaux konden we "voor echt" aan onze RvFR beginnen. Eerst nog een stempel in ons boekje laten zetten op het gemeentehuis, onze startkaart opsturen en weg waren we. Maar JF zou wel eens een probleem kunnen zijn en dit maakte ik hem ook op een subtiele manier duidelijk toen we 's avonds in Fourmies toekwamen. Ik had een rittenschema opgesteld volgens mijn eigen mogelijkheden en was niet van plan me aan zijn tempo aan te passen.

Vertrek uit St. Amand les Eaux
Rit 2 begon zoals ik verwachtte: de eerste 20 km kon JF nog vlot volgen, daarna was het steeds weer hopeloos staan wachten op hem... Ik liet duidelijk merken dat ik daar niet blij mee was en gelukkig kwam hij zelf tot het besef dat m'n routeplanning duidelijk te zwaar was voor hem. Halverwege de rit gaf hij dan ook op. Gelukkig maar... want ik had reeds meer dan 1 uur aan wachttijden opgestapeld die dag en de rit tussen Fourmies en Pont à Mousson was goed voor 245 km. Omdat hij sowieso maar begin augustus terugkeerde naar Canada besliste hij dan maar om gewoon in de volgwagen mee te reizen. Het was z'n eerste reis in Europa, en op deze manier kon hij zich toch al een beeld vormen van wat hem te wachten staat wanneer hij terugkomt om de Ronde te rijden... want dat was hij alleszins van plan.

De Vogezen

Dag 3 en we zitten reeds in de Vogezen... Op deze eerste "berg"rit deed ik het rustig aan. Met 3 verplichte cols (Donon, Steige en Fouchy) was vandaag een opwarmertje voor morgen. Mensen die me kennen weten dat ik een "grote plateau-rijder" ben en zeer weinig schakel. Ondanks enkele pittige klimstukjes (2 pijltjes op de Michelin-kaart = stijgingspercentage tussen 9 en 13%) slaagde ik er toch maar mooi in om op de 52*19 als kleinste versnelling deze col(letje)s te beklimmen... Voor de versnellingsfreaks: ik reed vooraan met 52/39 en achteraan met 13/28. Dit moest volstaan om alle 51 cols van de Ronde de baas te kunnen. Met 178 km was dit ook de kortste rit van m'n reis (Pont à Mousson - Ste. Marie aux Mines).

Grand Ballon
Op onze Vlaamse feestdag, 11 juli en 4e reisdag, reed ik dan weer één van m'n langste ritten (Ste. Marie aux Mines - Pontarlier, 259 km). Hierin zaten ook de meeste cols, dus was ik redelijk vroeg vertrokken (7u05). De Col des Bagenelles was de eerste in een serie van 12 cols die moesten beklommen worden. Daarna (ik zat toen op de Route des Crêtes) volgden ze elkaar in sneltempo op...: Col du Pré des Raves, Col du Bonhomme, Col de Louchbach, Col du Calvaire, Col de la Schlucht, Col du Herrenberg, Col d'Hahnenbrunnen, Grand Ballon, Col Amic, Col du Silberloch en de Col du Herrenfluch. Na 67 km (op de Grand Ballon) had ik er reeds 1.528 hoogtemeters opzitten. Eens de cols waren gepasseerd dacht ik te kunnen uitbollen naar Pontarlier, maar er volgde nog een redelijk geaccidenteerd parcours met beklimmingen die de naam "col" niet dragen. Op het einde van de rit had ik dan ook 3.641 hoogtemeters... In Delle moest trouwens een controlekaart worden opgestuurd.

De Jura en de Alpen

In m'n 5e rit (Pontarlier - la Clusaz, 229 km) ondervond ik een "probleempje" met de GPS. Volgens de route die ik in MapSource had voorbereid was de rit ongeveer 230 km lang. Maar wanneer ik die bewuste rit op m'n GPS selecteerde stond er te lezen dat ik 270 km moest rijden...!! Dit leuke hebbedingetje zal je immers niet altijd de route aanwijzen die je voorbereid hebt, maar heeft soms rare kronkels in z'n geheugen zitten. De waypoints blijven behouden zoals voorzien in MapSource, maar de verbindingen tussen de waypoints worden op de GPS anders berekend. Toch raar vind ik. Zo gebeurde dus toen ik uit Pontarlier vertrok en zonder nadenken de pijltjes op m'n scherm volgde... Ineens moest ik een onverharde weg op, vol met stenen, putten, keien, plassen water, takken,... Ideaal weggetje voor een MTB, maar zeker niet voor een baanfiets. Toch maar doorgefietst en na enkele kilometers zat ik terug op de juiste weg. Hoe die GPS het in z'n bol haalde om me langs zo'n baan te sturen weet ik nog niet, maar vanaf dan had ik voor m'n volgende ritten steeds een (gedetailleerde) landkaart bij. Bij enige twijfel kon ik dan de GPS-route vergelijken met de kaart, en indien nodig op de kaart voort rijden.

Aan het meer van Genève
Vooraleer ik die dag op m'n bestemming la Clusaz toekwam, moest ik in de Jura eerst nog de Col de la Croix de Serra over. Later volgde dan een passage door Genève, waar ik tot aan het meer reed. Genève was één van die steden waar ik in principe niet moest doorfietsen, maar omdat ik toch "in de buurt" was maakte ik van de gelegenheid gebruik om eens door één van Zwitsers grootste steden rijden... Na een controle in Bonneville kon ik dan aan m'n eerste echte Alpencol van de reis beginnen: Col de St. Jean de Sixt, waarna ik verder klom tot la Clusaz, gelegen in de Haute-Savoie. Nog steeds bleef m'n kleine plateau onaangeroerd...

Ook de dag nadien (la Clusaz - Serre Chevalier), toen ik uit het skidorp vertrok en meteen de Col de Aravis moest beklimmen, bleef ik dat doen op de 52. Na de afdaling reed ik wat later door Albertville, waar in 1992 de 16e Olympische Winterspelen werden gehouden. En dan was er de Col de la Madeleine waar ik het toch nog 17 km volhield op de 52*19... Maar toen ik na een korte bevoorrading terug moeilijk op gang kwam, besliste ik om "normaal" te doen en schakelde op de steilste stukken over op de 39*19... De reis was immers nog lang en bovendien volgden nog de Col du Télégraphe en de Galibier die dag! De Lautaret is ook een verplichte col tijdens de Tour en afhankelijk van de richting dat je de RvFR rijdt mag je deze afdalen of beklimmen... Met 4.742 hoogtemeters op 192 km werd dit m'n "zwaarste" rit van de Tour.

Serre Chevalier was op dinsdag 14 juli (Nationale feestdag in Frankrijk) de vertrekplaats van m'n 7e rit (Serre Chevalier - St. Sauveur sur Tinée, 179 km). Na de afdaling naar Briançon kon ik beginnen aan de prachtige (22-km lange) Col d'Izoard. Nadat ik m'n stempel op de top had gekregen ging het verder naar Guillestre en was de Col de Vars aan de beurt. Ook daar diende ik een stempel in m'n boekje te laten zetten waarna ik mocht afdalen naar Jausiers. Daar begon ik aan de "koninginneklim" van m'n reis: de 2.802 meter hoge Col de la Bonette. Dit is tevens de hoogste doorlopende weg van Europa. Het duurde net geen 2 uur vooraleer ik de 24 km lange col bedwongen had. Wat een prachtig uitzicht over de andere Alpentoppen alweer, vanaf de Cime de la Bonette. Wat verder in de afdaling rijd je ook onopvallend over de Col de Raspaillon.

Nice
Maar tijdens de lange afdaling van de Bonette ben ik door het oog van de naald gekropen...: in een scherpe haarspeldbocht (die ik verkeerd had ingeschat) moest ik harder in de remmen gaan dan voorzien en begon m'n achterwiel te slippen. Gelukkig was er geen tegenliggend verkeer en kon ik m'n fiets in bedwang houden zodat ik net vóór de afgrond terug de baan op kon... Dat was even slikken...!! Na het besef dat ik hier erg goed was weggekomen duurde het echter niet lang vooraleer ik me terug liet gaan... Dat is de aard van het beestje zeker...?

Na een overnachting in St. Sauveur sur Tinée startte op woensdag 15 juli m'n laatste Alpenetappe. Nog enkele "kleinere" cols werden onderweg naar Cannes bedwongen (Col St. Martin, Col de Turini, Col de la Cabanette, Col de Nice en de Col d'Aspremont). De rit liep langsheen de Italiaanse grens en eindigde dus in Cannes, aan de prachtige Côte d'Azur. Ook tijdens deze etappe maakte ik een klein ommetje: in principe moest ik niet door Nice rijden, maar het was mooi weer, ik voelde me goed en dit zou met 192 km één van m'n kortere ritten worden, dus reed ik eventjes naar de Promenade des Anglais... Daarna mocht ik echter terug het binnenland in want ik moest een controlekaart opsturen vanuit Vence. Intussen waren 32 van de 51 te beklimmen en/of af te dalen cols hiermee reeds achter de rug (in 6 bergetappes).

Met Redbull-meisje Julie
De Côte d'Azur en Pyreneeën

Daarna volgden 2 relatief vlakke verbindingsritten naar de Pyreneeën. Vanaf Cannes volgde ik de kust en bij het verlaten van St. Raphaël kreeg ik zelfs even vleugels... Twee leuke Redbull-meisjes waren het drankje immers aan het promoten. Even verder (Port Grimaud) had ik afgesproken met een vriend/collega die in de buurt op vakantie was. Het oponthoud mocht echter niet te lang duren want ik had nog een lange weg af te leggen die dag (268 km). Vanaf vandaag zou ik trouwens ook geen enkele rit meer rijden onder de 209 km... Eindbestemming van die eerste "vlakke" rit (met tussendoor nog de Col de Gratteloup en Col de la Ginestre) was Istres. Daarvoor moest ik door le Lavandou, Huyères, Marseille en Martigues. Het mooie hotel in Istres was voorzien van een zwembad en het duurde dan ook niet lang vooraleer ik een verfrissende duik nam... wat deed dat deugd na deze zware dag!!

De tweede vlakke verbindingsrit bracht me naar Narbonne (230 km), aan de voet van de Oostelijke Pyreneeën, maar vlot verliep deze alleszins niet... Daar zorgde de (aangekondigde) wind voor. De felle westenwind blies soms met snelheden van tegen de 100 km/u... (gehoord op het weerbericht achteraf). Soms geraakte ik amper vooruit en was blij om hier en daar een dorpje tegen te komen waar ik me wat kon verstoppen tussen de huizen.

De dag nadien (zaterdag 18 juli) was de wind nog steeds niet uitgeraasd, maar in het gebergte had ik daar eigenlijk weinig last van. Vanaf Millas ging het via de Col de Ternère en Col de St. Pierre tot Mont Louis gedurende een kleine 60 km in stijgende lijn, eerste lichtjes, maar naar het einde toe steeds steiler. In Mont Louis, op 1.600 m de hoogste ommuurde stad van Frankrijk en tevens nationaal centrum voor training van para-commando's, moest weer een controlekaart opgestuurd worden. Later volgden nog de Col de la Quillane en de Col des Travesses. De laatste col van de dag was er eentje buiten categorie: de Col de Pailhères (2.001 m). Gemiddelde stijging van 8,2% vanaf Ariège met een max. van 10,2%. Maar toegegeven: het is een prachtige klim met veel haarspeldbochten en prachtige uitzichten vanaf de tweede helft van de klim. Daarna volgde gelukkig de afdaling naar Ax les Thermes, dat ik bereikte na 210 km.

Op de Tourmalet
In Ax les Thermes zat ik trouwens aan de helft van m'n reis: 11 ritten gereden, nog 11 te gaan. M'n tweede Pyreneeënrit (van Ax les Thermes naar Ste. Marie de Campan, 223 km) was goed voor 10 cols..., waarvan ik er eigenlijk "maar" 5 beklommen heb (Col de Port, Col du Portet d'Aspet, Col des Ares, Col de Peyresourde en Col d'Aspin). De andere 5 cols (Col des Caougnous, Col d'Espies, Col du Four, Col de Buret en Col du Bech) lagen immers in een afdaling of beklimming van een hoger gelegen col.

De dag nadien (naar Hasparren, 230 km) stonden er amper 4 cols op het lijstje, maar dat waren dan wel kleppers van formaat...: bij het verlaten van het hotel in Ste. Marie de Campan mocht ik al aan de Tourmalet beginnen. Bijna boven ontmoette ik een andere wielertoerist. Toen hij me vroeg op welke versnelling ik naar boven fietste, en ik antwoordde dat 39*19 de kleinste versnelling was die ik al gebruikt had, keek hij maar raar op...! Na de afdaling door Luz St. Sauveur en Argèles Gazost waren de Col du Soulor en in z'n verlengde de Col d'Aubisque aan de beurt. En als (aller)laatste col mocht ik de Marie Blanque nog beklimmen...! Hiermee waren ook alle verplichte cols op m'n lijstje aangekruist en zat het zware klimwerk erop. Achter mij, bij het verlaten van het hooggebergte, troepten donkere wolken samen en volgde wat later een knetterend onweer. Nog een geluk dat ik daar al weg was...! In Tardets Sorholus moest ik ook m'n 4e controlekaart opsturen.

De Landes

21 juli intussen en deze keer had ik geen rustdag gepland, daarvoor zat m'n programma te krap ineen. Vorige jaren was dat op m'n fietsvakanties nochtans anders: in 2008 had ik een rustdag in St. Tropez, in 2007 was dat Barcelona en in 2006 Milaan. Nu reed ik, in de Zuid-Franse hitte, dwars door de Landes van Hasparren naar le Porge, met soms stukken rechte weg van 15 km lang... De gemiddelde snelheid die ik haalde in de vlakke ritten na de 3 Pyreneeënetappes lag (voor mij) ook redelijk hoog. Toegekomen in le Porge had ik net geen 29 km/u (op 209 km). Leuk hotel ook in le Porge: ruime kamer met groot privé-terras, zwembad, gezellige omgeving en lekker eten...

Brug van St. Nazaire
Tussen le Porge en Talmont St. Hilaire lag m'n gemiddelde snelheid zelfs nog hoger: 29,0 km/u op 244 km... Het was dan ook een zeer vlakke rit met amper 368 hoogtemeters. Hoe meer ik noordwaarts reed, hoe slechter het weer trouwens werd: de zon maakte steeds meer plaats voor donkere wolkenvelden en af en toe een regenbui(tje).

Op weg van Talmont St. Hilaire naar Auray (rit 16, 236 km) viel er weinig te beleven en was er, buiten de brug in St. Nazaire, niks speciaal te zien. De brug oogt spectaculair en overspant met een lengte van 3.356 meter de Loire. Als fietser is het daar vooral opletten op de soms hevige windstoten. Verder is St. Nazaire natuurlijk ook gekend voor z'n scheepswerven (de Queen Mary 2 werd er gebouwd) en luchtvaartindustrie (Airbus).

Op vrijdag 24 juli reed ik van Auray naar Brest (234 km) en begon het 10 minuten na m'n vertrek hevig te regenen. De bui was zó hevig dat ik genoodzaakt was om te gaan schuilen. Toen de bui wat later over was kon ik verder, maar die regen had wel gevolgen verder tijdens de rit... Op een bepaald moment reed ik een straatje voorbij waar ik moest inslaan. Toen ik dat zag op de GPS wilde ik mij omkeren, en net toen reed ik op een dikke witte streep van een zebrapad, met als gevolg dat m'n voorwiel weggleed. Dat zebrapad lag er immers spiegelglad bij door de hevige regen van een half uurtje voordien. Schaafwonden op knie, voorarm en pols waren het gevolg... Deze waren ernstig genoeg om de wonden alleszins te laten uitwassen en ontsmetten. Wat een geluk dat het maar schaafwonden waren. Stel je voor dat ik bij de val een arm of pols breek, kan je dan nog op een dommere manier verplicht zijn om te stoppen met de Ronde...? De gezwollen knie zorgde af en toe nog voor wat pijnscheuten maar voor de rest had ik er geen last van... Ook de volgende dag verliep alles vrij vlot. Het bovenbeen voelde wat stijfjes aan, maar na enkele kilometers rijden voelde ik hier niks meer van. Bij m'n passage door Douarnenez moest tevens m'n 5e controlekaart opgestuurd worden.

Bretagne en Normandië

Op m'n 18e rit werd een groot deel van het heuvelrijke Bretagne doorkruist en bij aankomst in le Val André (248 km) wachtten m'n broer en moeder mij op... Zij waren hier op verrassingsbezoek (en om eens lekker te komen eten aan de Bretoense kust).

Aan de Mont St. Michel
De rit naar Cherbourg vatte ik vroeg (7u25) aan omdat die 261 km zou bedragen. Het weer was terug aan het beteren en dat vond ik fantastisch natuurlijk... Van Le Val André ging het eerst via Ploubalay en St. Malo naar Cancale. Daarna verder via de kust naar de Mont St. Michel voor een korte fotoshoot. Eens Avranches gepasseerd zat de wind eindelijk ook eens in de rug... heerlijk...! In Cherbourg gingen we gaan eten in "Het Einde van de Wereld" (Au bout du Monde). Twee pizza's Royale, een Dame Blanche en een litertje rosé (met 3) gingen vlot binnen.

Maar het kon natuurlijk niet blijven duren... De rit van Cherbourg naar le Havre (229 km) begon in de regen, en het was pas in Grandcamp, aan de eerste controle van de dag (na 80 km) dat de regengoden het genoeg vonden (ik ook trouwens...). Ik reed verder langs de kust, die voornamelijk gekend is van de Amerikaanse invasie op 6 juni 1944. Utah Beach was ik al gepasseerd, maar verder waren er ook Omaha, Gold, Juno en Sword Beach waar ik langs reed. Veel monumenten en allerhande zaken die de herinneringen aan de invasie levendig houden. Enorm veel toeristen ook: veel Nederlanders, Belgen, Britten en Duitsers. En ook al ben ik weinig geïnteresseerd in de algemene geschiedenis, toch had ik een "speciaal gevoel" toen ik langs die stranden reed waarvan je weet wat daar vroeger allemaal gebeurd is. Verder ging het via Deauville naar Honfleur waar ik de Seine op de indrukwekkende Pont de Normandie overstak. De kant van Honfleur zit het goed voor de fietsers, maar de andere kant, om naar Le Havre te rijden, is een ramp. Via een lange, drukke (zowel vrachtwagens als gewoon verkeer) weg is het levensgevaarlijk om je daar met de fiets te begeven.

Einde is nabij

De RvFR zat er intussen bijna op. Van le Havre werd nog naar Boulogne sur Mer gereden (245 km) voor een overnachting, en op woensdag 29 juli ging de laatste rit van start (eerst naar St. Amand les Eaux en dan terug naar huis, 304 km). Heel opvallend ook hoeveel Vlaamse Leeuwen er te zien zijn ginds in Noord-Frankrijk, vooral in Bergues (Sint Winoksbergen) in de buurt van de Westvlaamse grens... De streek wordt dan ook niet voor niks Frans-Vlaanderen genoemd. Maar het deed alleszins raar om in Frankrijk de Vlaamse Leeuw te zien wapperen...

Ontvangscomité
Omstreeks 15u35 reed ik, na 3 weken geleden hier te zijn vertrokken en goed 4.800 km later, terug de markt op van St. Amand les Eaux... M'n vader, moeder, broer en JF (die was ook nog mee...) zaten me op te wachten op het terrasje van 't café waar voeger controle werd gehouden bij de klassieker Drongen - Valenciennes - Drongen. Nog een laatste keer m'n boekje laten afstempelen en m'n aankomstkaart opsturen en m'n Ronde zat er op...!! Een kleine delegatie van WT.be zou ook naar St. Amand gekomen zijn, maar door enkele probleempjes met hun GPS reden we pas vanaf Doornik samen naar huis.

Terug thuis keek ik m'n boekje nog eens goed na om te zien of alles goed was ingevuld, waarna het opgestuurd werd naar Parijs ter controle om gehomologeerd te worden. Door omstandigheden was ik op 2 plaatsen vergeten een stempel te laten zetten. In plaats van de stempel voegde ik gewoon een bewijsje van betaling (uit de betrokken steden) in m'n controleboekje en hoopte dat dit voldoende was. Het was dus nog bang afwachten op de uitnodiging die elke laureaat krijgt om z'n trofee te gaan afhalen. Half december was het zover: ik kreeg de verlossende brief dat ik verwacht werd op 30 januari op de prijsuitreiking in Parijs waar ik een mooi aandenken van m'n Ronde mocht ontvangen.

Bij deze ook een welgemeend woordje van dank aan m'n vader die zich met plezier opofferde om met de volgwagen te rijden, wat het rijden voor mij stukken gemakkelijker maakte...