Brevet Galérien du Mont Ventoux

Rittenoverzicht - Foto's

De Mont Ventoux... iedereen kent deze Reus van de Provence, ook wel de "puist" of "de Kale Berg" genoemd. Gelegen in de Vaucluse, in het zuiden van Frankrijk, trekt dit tot de verbeelding sprekend natuurfenomeen honderden, duizenden, tienduizenden wielertoeristen aan... Velen beklommen deze berg reeds één, twee of drie maal... of zelfs nog meer... op dezelfde dag of op verscheidene dagen... Maar het enige wat uiteindelijk voor de meesten onder ons telt is dat je kan zeggen: "ik heb de Ventoux beklommen!".

Nog meer wielertoeristen dromen er van om deze berg ooit eens te beklimmen... ik was één van hen. De mysterieuze berg die door het Ventourist / Ventousiast - evenement van Sporta nóg meer naambekendheid verwierf wilde ik ook wel eens van dichtbij "zien"...

Zo gebeurde in de zomer van 2008. Naar jaarlijkse gewoonte plande ik een fietsvakantie van 2 à 3 weken om mijn verlof te vullen. Nadat ik vorig jaar naar Madrid reed en het jaar daarvoor naar Rome, vond ik voor dit jaar Venetië wel een mooie eindbestemming. Een rechtstreekse reis naar Venetië zou te rap voorbij zijn, dus maakte ik van de gelegenheid gebruik om een "ommetje" te maken via de Mont Ventoux. Op 5 dagen fietste ik eerst van thuis naar Malaucène, goed voor 1.083 km, waarna m'n reis via de Côte d'Azur door Italië naar Venetië werd verder gezet.

Malaucène, startplaats van m'n Ventoux-avontuur
Van m'n broer (die op 19-07-2003 het Brevet "Cinglé" behaalde met homologatienummer 1027) wist ik ook dat er een club bestaat die meervoudige Ventoux-klimmers beloont met een brevet: www.clubcinglesventoux.org. Ik meldde me aan op site om het begeerde brevet te halen. Voor deelname dient 15,00 Euro te worden betaald, waarna Christian Pic (stichter van de club die sinds 1988 bestaat) je een controlekaart opstuurt waarop je je tussentijden zal moeten noteren en de nodige stempels laten zetten. Zonder er al te veel bij stil te staan koos ik bovendien ook voor de optie "Galérien". Een "Cinglé" is een renner die de 3 klassieke beklimmingen rijdt: Malaucène, Bédoin en Sault (op één dag welteverstaan). De optie "Galérien" houdt in dat je een vierde extra beklimming tot een goed einde moet brengen, namelijk via een "route forestière", de zogenaamde route des Cèdres. Deze klim start ook in Bédoin (aan het dorpsfonteintje), maar de RF begint pas na een goede acht km van de gewone klim, waar zich een afslag naar links bevindt.

In Malaucène (375 m) logeerde ik in hotel Le Blueberry, dus was het logisch dat dit ook m'n startplaats werd. Vooraf had ik reeds zitten plannen en denken hoeveel tijd ik zou nodig hebben voor de 4 beklimmingen (en afdalingen). Het was zeker niet mijn bedoeling om hier recordtijden neer te zetten, dus rekende ik aan een klimtijd van maximum 2u30 per beklimming. Hierbij ook rekening houdend dat ik 4 x de top moest bereiken en dat dit moest gebeuren met een fiets van 15 kg. Voor de afdalingen rekende ik een half uurtje. Alles samen dus goed voor 12 uren "fietsplezier". Daarbij rekende ik nog een uurtje aan pauzes voor eten, drinken, foto's trekken, een babbeltje slaan,... dus kwam het er op neer dat ik 13 uren zou onderweg zijn.

Op vrijdag 18 juli was het dan zover...: om 5u40 vertrok ik voor m'n eerste klim. Het was nog redelijk donker en reed dus met verlichting. Mijn 2 drinkbussen waren gevuld, ik had een extra fles water van 1,5 liter mee op m'n stoeltje achteraan, had een wielertrui met lange mouwen en handschoenen mee. Vanuit Malaucène is de klim tamelijk wisselvallig...: de eerste 2 km aan 4,5%, dan plots een snok naar 9,5% waarna de volgende 7 km tussen 5 en 8% liggen... Halfweg liggen de 4 steilste kms (9,5%) met een maximum van 10,5%. Ter hoogte van Chalet Liotard is er een kort recuperatiemoment, waarna de steile klim wordt verder gezet. Naarmate je de top nadert gaat de wind sterk meespelen en krijgen we in de voorlaatste km alweer een stukje aan bijna 11%.

Als 1e wielertoerist die dag een eerste keer boven
Na 2u12 rijden voor 21 km (1.535 Hm - gemiddeld 7,3%) bereikte ik iets vóór 8u00 voor de eerste maal "le Sommet" (1.910 m). Buiten een mobile-home die net ging vertrekken stond ik daar helemaal alleen als eerste wielertoerist van de dag op de koude top. Snel m'n lange trui en handschoenen aangetrokken en daarna via Chalet Reynard de prachtige afdaling naar Bédoin (gelegen op 300 m hoogte) aangevat. Tijdens die afdaling kwam ik nu wel andere toeristen tegen. Ik zag hoe moeilijk sommigen het hadden op de steilste stukken maar maakte me geen zorgen... ik wou en ik zou slagen in m'n onderneming.

In de fietsverhuurwinkel (aan het fonteintje) haalde ik m'n eerste Bédoin-stempel en vertrok vrijwel onmiddellijk voor m'n tweede beklimming, het was toen 8u40. De eerste 6 km gaan lichtjes naar omhoog (gemiddeld 4,3%) en pas daarna begint het echte klimwerk. Daar moest ik nu maar een stukje van doen, daar ik als 2e klim voor m'n brevet de RF had gekozen. In het begin van de steile klim liggen ook les Sept Virages die het zicht tot 200 m beperken en goed 2,6 km voorbij St. Estève bevindt zich de afslag naar de route des Cèdres. Mijn fietsenmaker (die ook "Galérien" is) had me op voorhand verwittigd dat deze weg echt "niet te doen" was. En inderdaad, deze RF is gewoon ondoenbaar met een race-fiets. Op mijn hybride-trekkersfiets heb ik dikke banden en een triple, maar zelfs dan was het op sommige delen van het parcours lastig om in evenwicht te blijven...: putten, stenen, keien, zand... dit is een marteling voor de fiets. Wie zich hier toch met een race-fiets waagt zal dikwijls kleine stukjes te voet moeten afleggen...

Op een bepaald moment kwam ik op een kruispunt terecht waar niet onmiddellijk duidelijk was welke richting ik uit moest. Doordat (volgens de info) de route des Cèdres moest uitkomen op de weg van de beklimming uit Malaucène volgde ik dan maar de pijltjes naar Mont Serein, het ski-gebied van de Mt. Ventoux. De laatste honderden meters van de RF zijn zo goed als plat en uiteindelijk kom je uit in een ge-asfalteerde haarspeldbocht, de "Tournant de l'Anglais" (1.526 m en ruim 1 km voorbij Chalet Liotard). Van hieraf moet je de rest van de beklimming uit Malaucène volgen. Deze beklimming via de RF was bijna 25 km lang en tegen 11u10 bereikte ik voor de 2e maal de top, na goed 2u10 klimmen. Er heerste nu heel wat meer bedrijvigheid dan bij m'n eerste passage en in het soevenirwinkeltje kon ik m'n stempel van "Le Sommet" halen.

Met Patrick, collega van het werk, op de top
Voor de 2e maal vatte ik de afdaling naar Bédoin aan en intussen bleven de toeristen maar "toestromen". De Ventoux trekt werkelijk een massa volk aan... (heel veel Belgen en vooral Vlamingen). Ik ging mijn 2e Bédoin-stempel in dezelfde fietswinkel halen en zette me een kwartiertje op 't gemak aan de fontein. Twee grote sandwichen met hesp en kaas (zelf klaargemaakt de avond voordien en in m'n stuurzakje gestoken) en een cola later was ik klaar voor m'n derde klim...: nu was de "gewone" beklimming uit Bédoin aan de beurt. Om 12u00 stipt vertrok ik, met de wetenschap dat dit wel eens de lastigste klim van de 4 zou worden. Na 2 afdalingen "kende" ik de weg intussen al een beetje en wist dus wat me te wachten stond. Zoals her en der gelezen blijft die klim in het bos wel degelijk duren... er komt gewoon geen eind aan... Het zijn 10 kms waar het stijgingspercentage tussen 8 en 11% ligt. Ter hoogte van Chalet Reynard kan je even op adem komen op het korte vlakke stuk. De laatste 4,5 km zijn met een percentage van 8,5% ook nog zwaar, maar de wetenschap dat het niet ver meer is geeft je bij manier van spreken vleugels. Toen ik bijna boven was kwam een wagen naast me rijden... het was een collega van het werk: Patrick met z'n vrouw en dochters. We waren de avond voordien samen gaan eten in Malaucène en hadden, op goed geluk, afgesproken elkaar misschien tegen te komen op de top... wat dus gelukt was. Derde klim van 21 km (1.610 Hm - gemiddeld 7,5%) zat er na 2u25 op. Doordat de afstand vanuit Malaucène bijna dezelfde is, maar Bédoin 75 meter lager ligt, is deze klim in theorie dus ook de steilste (dat vond ik in praktijk ook...) Maar op de nieuw aangelegde asfaltweg (juni 2004) was het alvast "aangenaam" klimmen en dalen. Het was intussen 14u30, ongeveer volgens schema dus...

De laatste klim vertrekkende uit Sault (765 m) was bewust als laatste gekozen, wegens de minst zware (maar wel langere) van allemaal. Door het slechte wegdek was de afdaling echter geen pretje... Waar op de afdaling naar Bédoin goed kon doorgevlamd worden op het perfecte wegdek was het hier wel eventjes aanpassen...

Maar goed, in Sault mijn stempel gaan halen aan het Office du Tourisme en nog mijn 2 resterende sandwichen opgegeten. Om 15u40 vertrok ik voor m'n vierde en laatste beklimming van de dag. Tijdens de drie voorgaande beklimmingen maakte ik soms gebruik van m'n triple, maar op deze weg was dat absoluut niet nodig. Zelfs in de laatste kms vanaf Chalet Reynard zwichtte ik niet en bleef op m'n middelste plateau rijden (36*23)... De wind was intussen ook komen opzetten en de Col des Tempêtes deed z'n naam alle eer aan. Met de wind op kop was het werkelijk stampen om vooruit te geraken. Zelfs in de voorgaande afdalingen was het opletten om door de zijwind niet omver geblazen te worden...!! M'n 4e klim zat er na 26 km (1.145 Hm - gemiddeld 4,7%) eindelijk op in een tijd van 2u10.

M'n officieel brevet: Galérien nr. 266
M'n doel was bereikt en heb dit in prachtige omstandigheden kunnen doen. 's Morgens was het nog ietwat frisjes (op de top), maar naargelang de dag vorderde werd het steeds warmer tot een kleine 20° schat ik. Aan de voet van de berg was het zeker 10 graden warmer. Na nog een babbel met enkele Vlamingen (en dat waren er heel wat op en rond de berg) restte me nog de laatste afdaling naar Malaucène. Net vóór halfweg de afdaling heb je een stuk weg dat welgekend is bij menig wielertoerist...: "La Grande déscente". Het is het steilste en langste rechte stuk van de afdaling waarover sommige wielertoeristen beweren 100 km/u te halen... Ikzelf haalde er een maximum snelheid van 87 km/u, en ben ervan overtuigd dat ik met een race-fiets (en een meer aërodynamische houding) ook wel de 95 zou halen... Een volgende keer misschien...?

In m'n planning had ik 13 uren "onderweg" gerekend, en kijk... tegen 18u40, exact 13 uren na m'n vertrek, was ik terug aan m'n hotel, niet echt moe (de dag nadien zou ik 197 km rijden, naar La Palud sur Verdon), maar wel voldaan. Op een tijd van 11u15 reed ik vandaag 182 km, waarvan de helft naar omhoog, wat resulteert in een kleine 6.000 Hm. M'n gemiddelde dagsnelheid lag op 16,1 km/u.

Maar het resultaat van deze uitdaging mag er ook wel zijn denk ik... Sinds het ontstaan van de optie "Galérien" (1998) werden nog maar 279 renners gehomologeerd, waaronder 74 Belgen (9 in 2008)... En ik mag / kan nu met fierheid zeggen dat ik daar vanaf heden bij hoor... (Homologatienummer Galérien: 266).